donderdag, februari 05, 2004

Quo Vadis?

Ingezonden stuk

WAAR GAAT het naar toe met de Nederlandse Antillen? Deze vraag komt de laatste tijd regelmatig aan de orde, zowel in de pers als in gesprekken tussen mensen onderling. De achterliggende vraag is vaak: hoe heeft het zover kunnen komen? Laten we beginnen met vast te stellen dat het beleid van Nederland de afgelopen decennia weinig positieve impulsen heeft bevat. Als geheel kan het Nederlandse beleid met betrekking tot de Nederlandse Antillen worden gekenschetst als inconsistent, ongeïnteresseerd, arrogant, wankelmoedig, laf, ondeskundig, formeel, ambtelijk, onbetrouwbaar en vrijwel zonder visie. Nederland draagt in dit opzicht dus een grote verantwoordelijkheid voor het ontstaan van de politieke impasse alhier.

Maar ook de lokale politiek heeft het steeds doen afweten.

– Men is blijven hangen in het het koloniale en op uitbuiting gerichte systeem van patronage.

– Zogenaamd werkte men in het belang van het volk, maar in werkelijkheid werden de belangen van een kleine elite behartigd.

– Zo werd aan malafide of gemakzuchtige ondernemers enorme bedragen aan garanties toegezegd of werden anderszins economische belangen verkwanseld, waarvan de rekening achteraf steeds weer door het volk betaald moest worden.

– Geen enkele politieke partij heeft ooit een helder beeld geschetst van waar het met de maatschappij naartoe zou moeten; het volk is overwegend bestookt met vaag populisme.

Als gevolg heeft een groot deel van de bevolking elk zelfrespect verloren, maar ook vrijwel elk vertrouwen in de politiek. Een groot deel van de bevolking verarmde sterk en werd steeds afhankelijker van politieke gunsten. Het is onder deze omstandigheden dat de drugseconomie tot bloei kon komen. Het is de hoogste tijd dat deze ontwikkeling wordt gestopt. Er moet een wending komen waarbij rigoureus wordt gekozen voor het belang van het volk. Gezien de internationale ontwikkelingen van schaalvergroting en mondialisering op tal van gebieden, zullen strategische keuzes moeten worden gemaakt. Daarbij zal de keuze voor duurzaamheid de leidraad moeten zijn. Het volk heeft niets aan succesjes op korte termijn. Zo moet een groot deel van de bevolking de stank en de verontreinigde lucht van de Isla inademen, terwijl dit bedrijf voor Curaçao geen duurzame toekomst biedt. Duurzaamheid heeft te maken met een verstandig milieubeleid, goed onderwijs, goede gezondheidszorg en een realistische inkomenspolitiek. Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan. Daar hoort een inkomen bij dat boven een bepaald minimum ligt.

Duurzaamheid voor het bedrijfsleven betekent dat continuïteit belangrijker is dan het maken van grote winsten. Investeren in nieuwe technologieën, in het menselijk kapitaal (opleiding van personeel), in het kunnen voldoen aan internationale kwaliteitseisen en dergelijke vormt de basis van het op duurzaamheid gerichte ondernemerschap. Het is de taak van de overheid om voorwaarden te scheppen, waardoor het voor ondernemers en vakbonden aantrekkelijk wordt de blik op de toekomst te richten en met lange termijn visies te komen. En dus moet er een maatschappij komen waarbij de burgers niet meer afhankelijk zijn van gunsten, maar waar goed opgeleide burgers hun plichten en rechten kennen en zich betrokken voelen bij maatschappelijke ontwikkelingen. Wat mij betreft is de politiek aan zet of anders het volk wel.



DR. E. BOL

Curaçao

Geen opmerkingen: